Kunstkritieken

Luc in Vooruit, 30 april 1906

  • Sarteel's werk getuigt van een sereen temperament

 

 Luc in Vooruit, 25 april 1909

  • Sarteel Leon toont zich vooral markwaardig in zijn 'Redenaar'. Daar spreekt geestdrift en heftigheid uit de houding van het lichaam en de uitdrukking van het hoofd en handen.

 

 A.D. in Le Bien Public, 17 juli 1914

  • Sarteel est un de nos sculpteurs les plus prometteurs: son Orphée très étudié, très sérieux et certaines autres de ses productions comme ses bustes d'homme constituent plus que des promesses; ce sont des résultats que plus d'un confrère plus àgé pourrait lui envier.

 

Adolf Fordeyn in De Morgenbode, mei 1918

  • Voorzeker is het niet de dionysische hartstochtelijkheidshoogte van een Rodin, de ultra nobele werkelijkheidsdiepte van een Meunier, maar het is de eenvoudige lijn - niet lijk bij een Minne tot een mystieken eenvoud gebracht - het is de eenvoudige lijn, de gelukkige vorm, die vol sierlijkheid en harmonie een degelijk gevoelig denken komt belichamen.

 

O.V. in Journal de Gand, 12 mei 1918

  • Leon Sarteel apparaît donc, dans cette composition, comme un grand, un véritable artiste, capable de concevoir la vie sous tous ses aspects et de fixer ceux-ci en des oeuvres originals et durables.
  • C'est un esprit méditatif, un observateur exact et patient, un ouvrier probe, laborieux et habile, et cet ensemble très rare de dons permet de fonder sur son talent les plus hautes espérances.

 

E. Stuart in The Studio, vol. 84, nr 354, 15 september 1922

  • A great sculptor has said that the human body is above all the mirror of the soul: hence its surpassing beauty. Sculpture, the greatest of the arts, gives to all that is human some feeling of eternity, helped thereto by the solidity of the material employed. Entering Leon Sarteel's studio in Ghent, one realised that great thoughts go to the making of a great sculptor. This one has sought, and often found, the mysterious beauty which is not allied to the prettiness of much of th modern sculpture.

 

Raymond Herreman in Volksblad, 18 januari 1925

  • Wij aarzelen niet in Sarteel den kunstenaar te begroeten wiens werk zich boven alle tijdelijke liefhebberij verheft en die in talrijke beeldjes deze volmaaktheid bereikt waar de kunst "zingt" en ons bijna willoos medevoert in haar extase.

 

Charles Conrardy in La Meuse, 19 januari 1925

  • M. Leon Sarteel, un sculpteur qui est dominé par le faire du moyen-âge. Mème dans les sujets profanes, on le sent maîtrisé par un vague mysticisme.

 

Raymond Herreman in Ontwikkeling, juni 1925

  • Sarteel behoort tot geen school, tot geen hedendaagse kunstrichting, tot geen kapelletje, tot geen "individualistische gemeenschap". En daarom is hij geenszins wat men smalend een "individualist" zou kunnen noemen. Niets van wat menselijk blijft hem vreemd, hij neemt alles integendeel in zich op en tracht het in zijn kunst te transposeeren: zo kan hij, door Sarteel te zijn, het best kunst scheppen,die, zoals elke grote kunst, genietbaar is voor allen, omdat iedereen er iets van zich zelf in weervindt.

 

Achilles Cavens in La Flandre Libérale, 18 januari 1929

  • L'oeuvre de M. Sarteel marie le frémissement humain, la quiétude classique et le style le plus dégagé, et le contact avec elle s'établit, je le répète, par la persuasion, sans moyen extérieur apparant, et surtout, sans nulle concession gratuite; une gravité méditative, une sensualité epurée; un sentiment cultivé dotent le poème sculptural d'une grandeur effective; la technique amoureuse, calme, appuyée, soutenue, est d'une plénitude intériorisée; la taille directe est pratiquée avec assurance; les matières sont comprises. On peut faire confiance à M. Sarteel dont l'oeuvre n'aura pas de rides, parce qu'elle n'a ni caprice ni affectation. Pour s'en convaincre, il ne suffit pas d'y aller voir, il faut y retourner.

 

Georges Chabot in Le Bien Public, 26 maart 1931

  • Qu'elle soit de marbre blanc, de bois sépis ou de bronze patiné, la sculpture de Sarteel est presque à fois riche de vie intérieure et maintenue en contact avec la réalité ou la beauté sensible. Tantôt d'un réalisme expressif, tantôt d'un idéalisme symbolique, tantôt d'une simplicité sans recherche, l'art de Sarteel satisfait l'oeil, le coeur et l'esprit...
  • Une rosée d'infini monte de la majorité des oeuvres de Sarteel, qui dans sa tendance actuelle à épurer le modelé, semble rester plus humain que Minne.

 

Jef Crick in De Tijd, 30 maart 1931

  • Inderdaad, met één welluidende klank, met één sober zilverklaar geluid schenkt Sarteel ons gansche ziel. Daarom ook ging van meet af zijn voorliefde naar onderwerpen waarin een zacht geschakeerde gevoeligheid tot volle uiting komen kan, als moeders die met een ingetogen geluk hun kinders liefkozen; als jeugdbeelden en baadsters die den wonnigen, soepelen bouw van hun lichaam naar het licht en het leven heffen met de beweging van een extatisch ontluikende bloem, als piëta's waarin Sarteel een soort sociale lijdensnoot schrijnen laat; als wroeters en onterfden die met gelaten gebaar de lasten van het leven torsen, en, groot in hun deemoed, de stille glorie van den arbeid verbeelden. 
  • Sarteel voelt de maatschappelijke eelenden aan, en weet als een begenadigd kunstenaar het leed van den paria te vertolken.

 

Louis Pierard in Le Peuple, 10 maart 1932

  • Leon Sarteel est un travailleur. Il a derrière lui déjà une production importante. Avev Minne, Van Biesbroeck, Géo Verbanck et Mile Van Thorenburg, il représente remarquablement la ville de Gand dans l'école de sculpture belge.

 

Lucien Jottrand in La Flandre Libérale, 24 maart 1932

C'est bien au-delà des apparences superficielles que M. Sarteel porte ses regards investigateurs pour les fixer sur l'essence secrète des choses, sur leur signification, en un sens symbolique, comme sur l'âme de ses modèles qui se reflète dans leurs traits.

 

Frédéric de Smet in La Flandre Libérale, 26 februari 1933

La chastesté du nu, la réserve de la ligne, la modération et la timideté de la taille, sont des formes de respect plastique qui placent l'oeuvre de Sarteel parmi les belles productions de notre art national. Aucun geste déclamatoire, aucune extravagance; l'impulsion doit nous venir de la sérénité et de la méditation. Il faut s'arrêter, écouter la complainte, saisir le sens de l'expression, suivre la caresse, participer à l'émotion, à l'aspiration, à l'inspiration de l'artiste.

 

Oscar Roelandts in Vooruit, 1935

Zijne kunstexpressie is er vooral eene van beschouwing, van bespiegeling. Hij wil de geheimenissen van het bestaan tot de kern, hij tracht door te dringen tot de kern, tot het waarom van het gebeuren rondom hem. Hij geeft dien indruk, ook daar waar meer koortsige beweging of onrust aan het woord komen...

Sarteel is een denkende beeldhouwer, wat niet beduiden wil dat hij aan zijn beelden een literairen vorm geeft, om den beschouwer tot denken te dwingen. Hij schept kunst, en wat de voelhorens zijner ziel willen halen uit het omringend mysterie, legt hij onbewust in zijn arbeid; elk scherp gevoelend mensch zal het er in terugvinden.

 

Achilles Cavens in La Flandre Libérale, 18 december 1936

Décernons-lui le titre: un maître. Il le mérite. On entre chez lui comme dans uns sale de musée consacrée à quelqu'un dont la personalité règne là, dont l'oeuvre s'impose par une éloquence et une persuasive gravité. Sans se répéter, variée mais identique en son essence, cette oeuvre puise en soi la vertu progressive de son épanouissement et atteint aujourd'hui à une très émouvante philosophie des relations plastiques, également éloignée du positivisme et de l'abstraction, mais les unissant selon les lois savantes et pures pour magnifier ce qu'il y a de plus noble: le travail, la famille et l'idéal...

 

Georges Chabot in L'Art et la Vie, jg. 3, nr. 12, december 1936, p. 389: in Le Tout Gand, 18 december 1936; in Revue des Beaux-Arts, 2 april 1937

Le ciseau à la main, suivant sa pensée mesurée, Sarteel veut toucher l'âme autant que les yeux. Ses oeuvres bien ordonnées vivent d'une vie concentrée et régulière, particulièrement bienfaisante et tranchant sur l'agitation contemporaine. Ses créations, honorant la vie rangée toute de travail et de dévouement, sont sans violences, égales et lentement élaborées. Elles se recommandent par une belle sérénité, une certaine tendresse intime et une grande dignité. Sans drames et sans manièrisme, correctes et fuyant les passions désaxantzs, elles plaisent par un équilibre de sentiment, une plénitude, une gravité créant une climat propice.

 

Jean Mawi in L'Avant-Garde, 8 april 1937

Une sculpture qui s'est peu à peu débarrassée des facilités modernes, de szs hardiesses sans rime ni raison sans pour cela renier l'idéal qui faisait sa force. Je ne sais si la critique déjà émit le jugement de néo-humanisme, il se pourrait qu'elle ait été frappée par le soin infini avec lequel est poussé l'achèvement des pièces présentées, mais il est évident que Leon Sarteel nous ouvre une voie toute nouvelle, faite d'un modernisme aux raffinements classiques.

 

Albe (Renaat Joostens) in De Courant, 23 oktober 1937

Opvallend zuiver en sober van lijn en beweging is dit precieuse beitelwerk. Het is merkbaar gevormd met een vaste, zekere en tegelijkertijd delikate hand en gegroeid tot de meest subtiele uitersten van vorm en lijnen. Sarteel overwint de stof; zijn marmer verliest de harde begrenzing en vervloeit in de ruimte. Geen stijve stijleering van een beeld of gestalte, maar de schepping van een beweging of de rythmische uitdrukking van een idee.

 

Johan De Maeght in Het Laatste Nieuws, 23 februari 1938

Leon Sarteel bevestigt in de zaal Van Eyck wat allen die hem sinds jaren volgen, weten: dat hij één onzer beste en eerlijkste beeldhouwer is. Bij Sarteel geen gewilde vernieuwing noch onevenwichtige experimenten...

Sarteel door zijn subtiele kunst, gediend door een volmaakte techniek, bekoort en ontroert ons.

 

Georges Chabot in Le Bien Public, 28 februari 1938

Sarteel ,'est pas seulement un artisan: il est également artiste. Il s'est engagé sur les routes de l'art avec un capital moral, une personnalité certaine. Il a évolué tout en restant fidèle à lui-même: il a évolué suivant une constante; il n'a jamais cherché à se renouveler artificiellement.

Gravité, calme, méditation, douceur, réserve: ce bouquet de mots caractérise cet art, révélateur d'une s'agesse honnète et d'un réel sans de la beauté!

 

Jef Crick in Het Volk, 1941

Buiten alle deklamatorische of geweldige lijnen om, rijst zijn werk voor ons, eenvoudig, gaaf, ingetogen, harmonisch en evenwichtig. Ten grondslag dezer kunst ligt een klinkklaar gevoel van wijding en stemming, van ernst en weemoed: gevoelens, die ook in een zekere zin den grondslag van zijn eigen wezen schijnen te vormen, en in den kroes zijner persoonlijkheid versmolten.

 

 

J.L. De Belder in Vooruit, 3 maart 1942

Het beeldhouwwerk van L. Sarteel is ontstaan uit innigheid en schoone aandoening. Het hoeft niet te schreeuwen om de volle aandacht te trekken. Het is stil en voornaam en straalt een atmosfeer uit die'n blijde, delicate vreugde schept. Wanneer men daarbij vaststelt dat dit werk de meeste belangstelling verdient omdat het technisch gezien op een hoog plan staat en de kunstenaar geen moeilijkheden ondervindt bij het uitbeelden zijner fragiele gevoelens dient men tot de gevolgtrekking te komen dat Sarteel vooraan blijft in de groep der huidige kunstenaars, die door hun werk voor zich zelf en hun kunst getuigen.

 

Hector De Hovre in De Dag, 6 maart 1942, (over de laatste tentoonstelling van Leon Sarteel, twee maanden voor zijn overlijden).

Leon Sarteel, de eenvoudige, zuivere kunstenaar, met zijn idealistische gestemde ziel, is slaaf der natuur omdat hij verplicht is te werken met ruwe, weerbarstige materie, doch hij is haar meester omdat hij erin slaagde dere aardsche materie te vormen naar en dienstbaar gaaf van lijn, zo harmonisch van volume-verhouding, speurt men als het ware het stempel van het plastisch genie...

Als ieder waar artiest blijft Sarteel de eeuwige onvoldane, de hunkeraar naar een steeds verder wijkend ideaal, die in zijn strijd met de ruwe materie haar vormend heeft weten te bemeesteren en met geest te doorkneden. Hij is één der glories onzer Vlaamsche beeldhouwersschool.